Posts

Afbeelding
ZIEK Ik  heb er nooit zo bij stil gestaan, maar ‘ZIEK’ is eigenlijk een heel goed woord. Je zou kunnen denken van niet: ‘ziek’ heeft niet echt een lekker imago, het is zo’n woord waarmee je de pret flink kunt drukken, vooral als het betrekking heeft op jezelf of op mensen die je lief zijn. Woorden als ‘gezond’, ‘fit’ en ‘blakend’ scoren beduidend beter, om nog maar te zwijgen van ‘vitaal’, ‘kwiek’ en ‘ja, ik ben dan wel over de vijftig maar alles doet het nog hoor’.    Toch wil ik hier een lans breken voor het woord ZIEK. Het  woord  dus hè, niet het verschijnsel zelf en de impact ervan, daar zouden mijn lief en ik best van af willen. Hoe komt het dan dat ik het toch zo’n goed woord vind? Omdat je, als je een beetje husselt met de letters, ziet dat er twee kleine woordjes in verstopt zitten: ZE en IK. En laat dat nou precies weergeven wat de uitdaging kan zijn als je liefste niet meer (nooit meer dus) gezond, fit en vitaal gaat worden, en jij zelf dat  wel  bent- op wat mini ongemakken
Afbeelding
KORT VERHAAL LANG Over uitgezaaide kanker kun je best lang praten. Dat deden we ook, vlak na de diagnose. Onze zinnen bleven maar komen, woorden buitelden hakkelend en snikkend over elkaar heen, onze trillende monden uit. Heel veel details deelden we, met iedereen: ‘en toen zei die ene dokter dit, en die andere zei toen dat, en op de scan zag je zus, en dat betekent dus zo, en daarom gaan we nu voor A, en hopelijk gebeurt in vredesnaam niet B..’  Logisch, we waren verbijsterd en hyper, de stress gierde door onze lijven. We dachten dat het een kort verhaal zou worden: mijn liefste was al eerder ziek geweest, jaren geleden, maar nu waren er uitzaaiingen, overal in de botten, niet meer te stoppen. Over en uit, dachten we, en waarschijnlijk ook snel. Het zag er allemaal dreigend en accuut uit, we waren zo bang en bedroefd. Dat moest eruit. En dus praatten we honderduit, heel vaak en heel lang, ook (misschien wel vooral) over allerlei medische details.    Inmiddels is dat veranderd. Het kor
Afbeelding
GROTE BLOTE FOTO Het zieke lichaam van mijn liefste heeft veel te verstouwen. Zo is ze in de loop der tijd het nodige kwijtgeraakt. Om te beginnen een borst. De lymfeklieren in haar linkeroksel. Haar haar. Dat kwam ook wel weer terug, eerst in de vorm van schapenkrulletjes, later weer min of meer zoals daarvoor, maar inmiddels is het steeds dunner en kwetsbaarder. Intussen zijn er ook een paar centimeters van haar lengte afgesnoept: haar wervelkolom zakt langzaam in, omdat uitzaaiingen zorgen voor kleine breukjes in haar botten. En tja, dan krimp je dus een beetje…. Verder is haar ‘powerhouse’ verzwakt: de spierkracht in haar buik, rug, bekkenbodem en middenrif neemt af. Het is dus best hard werken om goed rechtop te blijven zitten en te lopen, zeker als ook je energie en je conditie zijn geslonken. Adem komt ze soms ook tekort: in haar lijf is er een steeds groter probleem met de plek van haar maag ten opzichte van haar longen, en dat merkt ze. En dan zijn er nog de aderen waardoor ha
Afbeelding
  (V)AARDIGHEDEN Als de nood het hoogst is en de redding niet nabij, dan helpt het als iemand gewoon aardig is en het hoofd koel houdt te midden van al het gedoe. Bij ons is er best veel gedoe, dus wij kunnen het weten, zeg maar. Zo heeft mijn lief al een hele poos klachten die niemand snapt: heftige misselijkheid die op de gekste momenten opkomt en haar volkomen onderuit haalt, soms wel drie keer per week. Is het de kanker? De chemo die ze in inmiddels in vele smaken gehad heeft? De morfinepomp? Zit het in haar hersenen? Of komt het toch door een COVID besmetting? Een heel peloton artsen heeft zich er intussen over gebogen. Geen van hen spoorde de oorzaak op, en daarmee is er ook geen echte oplossing. Niks aan te doen. Of toch?   Tijdens een controle afspraak met onze verpleegkundig specialist vertellen we haar dat we ons soms best eenzaam voelen, ploeterend in deze malaise. Al die dokters, ze zijn echt wel betrokken en trouwens meestal ook aardig (een enkele hork daargelaten). Maar z
Afbeelding
NIET ZEGEVIEREN  Het regent, het waait, december neemt de laatste hapjes van dit jaar, nog heel even en dan is het op. Op naar 2024! Met vrede graag, heel snel en overal a.u.b, en vertrouwen, verbondenheid, minder CO2 en meer vrolijkheid, en dat alles maar beter mag worden voor iedereen. Maar eerst nog één keer terugkijken: hoe was dit jaar voor ons?   Mooi en vol liefde: we hebben elkaar veelvuldig gekust, verrast, vastgehouden, getroost, bemind. We zijn op reis geweest, we hebben dansjes gemaakt (wel steeds ietsje korter), we hebben gevierd (de liefde, Sinterklaas, Sint Pannenkoek, de overwinningen van Femke Bol, onze verjaardagen), en genoten (van liedjes, films, vrienden, buren, kopjes thee, heerlijk luie zondagochtenden, warme wollen dekentjes, gesprekken en verhalen, onze handen in elkaar, en van nog heel veel meer dingen, soms groot en steeds vaker klein). En we gingen uit eten omdat we zes jaar getrouwd waren.    Pittig en droef: 2023 was ook een jaar met heel veel misselijke d
Afbeelding
ONCOLOGICA Toen mijn lief haar diagnose kreeg zagen we meteen van alles voor ons. Pijn bijvoorbeeld. Die was er al en zou misschien nog wel veel erger worden, vreesden wij. We vreesden ook allerlei andere dingen, waarbij een snel en meedogenloos verloop van de ziekte met stip op 1 stond. Logisch natuurlijk. We waren bang, we stonden ineens in een pikdonker bos. Maar veel van de dingen waar we bang voor waren gebeurden niet. Zo is mijn liefste er nog steeds, om maar eens wat te noemen. De pijn is intussen getemd door een morfinepomp die in haar buikwand is geplaatst. We zijn allebei aan dat ding gewend, ook tijdens het minnen. Logisch, we hebben elkaar onverminderd lief, daar komt niks tussen.                                     Ook logisch: de manier waarop  de behandelingen elkaar in de afgelopen jaren hebben opgevolgd. Steeds als iets het niet meer deed, was er iets anders. Bestraling en chemo. Andere chemo. Hormoontherapie. Andere hormoontherapie. Chemo. Weer hormoontherapie. Mijn l
OVER BUREN Goede buren, je kunt er niet genoeg van hebben. Wij hebben mazzel: we wonen in een gebouw met vijf woonlagen en vier appartementen per verdieping, dus buren zat. Dat is overwegend prettig. Natuurlijk is er ook wel eens wat gedoe in ons huis, zoals we het gebouw noemen, maar de meeste mensen om ons heen zijn gewoon aardig, maken een praatje bij de lift, nemen pakjes aan, of houden de deur voor je open als je met tassen vol boodschappen naar binnen moet. Met een aantal buren heeft het contact zich in de loop der tijd ontwikkeld tot een fijne buur-vriendschap, waarin praatjes goede gesprekken zijn geworden, we elkaars reservesleutels hebben, planten of poezen verzorgen bij vakanties, borrels en kopjes thee drinken, sjoelbak festijnen organiseren, én waarin we elkaar in geval van nood, ziekte of bange dagen helpen, troosten, adviseren en voorzien van pannetjes soep. Deze opsomming beschrijft eigenlijk ook meteen wat het zo ongeveer is, een goede buur. En het mooie is: je hoeft e